Bewustzijnstoestanden – van goddelijk tot normaal

[Waarschuwing: veel technische taal in dit stuk.]

Ik probeer elke vrijdag iets van H.P. Blavatsky uit te lichten. Deze dame staat vooral bekend om haar boek ‘De Geheime Leer’ (The Secret Doctrine). Vandaag richt ik me op een centraal punt in haar Sleutel tot de Theosofie. De Sleutel, zoals dit book door theosofen wordt afgekort, is het enige boek van Blavatsky dat lineair is in opzet. Dat wil zeggen: de indeling is ordelijk en zoals je dat van een inleidend boek verwacht.

Maar goed – ik vat in dit weblog dingen samen en ik wil het vandaag hebben over ‘de zevenvoudige samenstelling van de mens‘. Althans, zo zeggen Nederlandse theosofen dat.

Mijn benadering van dat onderwerp is psychologisch. Wie met spiritualiteit bezig is, weet of vermoed dat er ‘meer is tussen hemel en aarde’. De meeste mensen hebben minstens een spirituele ervaring gehad. Dat kan variëren van een godservaring, tot het communiceren met bomen. Om dat soort ervaringen in kaart te kunnen brengen heb je woorden nodig. En de meest basale manier waarop je iets kunt ordenen is op een lijn van hoog naar laag.

Hoog is dan het Goddelijke – Atma in de Indiase terminologie van Blavatsky. Het Goddelijke is een met de bron van het Al, zoals ik eerder al beschreef. Blavatsky is op dit punt niet van Vedanta te onderscheiden. Dit Goddelijke is echter ook onpersoonlijk, ongedifferentieerd. Het is de bron van elk leerproces, maar meer zoals de zon ons helpt te zien. WAT we zien heeft niets met het de zon te maken. Ze voedt ons (via het plantenleven), maar volstrekt onpersoonlijk.

Als Atma de zon is, is Buddhi het licht. Buddhi wordt ook wel vertaald met intuïtie. Dan bedoelt men wel de hoogste intuïtie: het directe inzicht in fundamentele waarheden. (zie voetnoot)

Tot zover de spirituele kant van de mens: de kant die we aanvoelen, maar waar we nooit echt greep op krijgen met woorden.

Het volgende begrip is Manas: denkvermogen (mind in het Engels). Manas wordt traditioneel in tweeën gedeeld, hoewel de psychologie er intussen allerlei schakeringen van kent. Lager manas is het alledaagse denken: het denken dat verbonden is met onze emoties. Als dit gezuiverd wordt, ontstaat ruimte voor hoger manas: dit omvat zowel abstract denken als intuïtief denken.

Bij hoger manas hoort ook het verschijnsel dat hoewel wetenschappers alles wat ze publiceren rationeel onderbouwen, het proces waarmee ze tot hun resultaten komen vaak intuïtief is. Ik hoop mijn vader nog een keer zover te krijgen hier iets over op papier te zetten. Het algemene patroon is: ergens lang en diep over nadenken. Informatie verzamelen, proeven doen enzovoorts. En dan, op een ontspannen moment (tijdens de slaap of een ochtendwandeling) komt er plots een inzicht boven. Dit inzicht ordent de beschikbare gegevens op een geheel nieuwe manier, zodat het artikel dat vervolgens geschreven wordt weer volkomen logisch klinkt, maar wel nieuw inzicht op levert.

We komen zo langzamerhand in de buurt van de problemen van het menselijk bestaan. Hoger Manas is niet het probleem. De problemen van oorlog en honger, conflicten en de omgang met ziekte – ze hebben allemaal van doen met lager Manas: hoe we onze emoties en onze praktische conclusies combineren tot handeling. Het is niet voor niets dat Jiddu Krishnamurti zich voornamelijk op dit gebied heeft gericht.

Wat theosofen lager manas noemen is het onderwerp van veel psychologisch onderzoek. Ik zal eerlijk zeggen dat theosofen niet veel aan hun onderzoek toe te voegen hebben. De waarde van zelfbeheersing bijvoorbeeld, wordt door de psychologie bevestigt. Het probleem van het ontkennen van je eigen emoties en motivaties werd door Blavatsky al aangeduid, maar wordt door psychologen beter uitgelegd. Het enige probleem daarbij: in de volksmond is men gaan denken dat zelfbeheersing al een probleem is.

Wat theosofie toe voegt, zoals elke religieuze traditie dat doet, is een richting van ontwikkeling. Psychologie gaat vooral over het oplossen van problemen zodat men ‘normaal’ kan functioneren. Maar ook normale mensen hebben nog niet automatisch een gelukkig leven. De richting die wordt aangeduid is er een van altruïsme. Dit is niet nieuw. In het Boeddhisme heet dat metta. In het Christendom naastenliefde. In de Islam zakaat.

Ik dwaal af. Mijn punt: veel van ons normale bewustzijn heeft met denken te maken. Theosofen noemen dat dus lager Manas, omdat het door onze emoties wordt beïnvloed (en het denken beïnvloed weer de emoties).

De volgend stap, je raad het al, is de emoties zelf. Kama staat voor zowel verlangen als emotie. Neurologisch blijken er twee typen emoties. De een wordt in het Engels een drive genoemd: deze verlangens zitten diep in ons neurologisch systeem ingebakken. Het gaat om zowel zaken als persoonlijke liefde, seks en honger, als verslavingen aan alcohol of hard drugs. Als alles ‘normaal’ gaat in een leven, spelen die krachten een rol die er gewoon bij hoort.

Ik zei al dat het spirituele pad verder gaat. Dat geldt ook voor dit soort zaken. Het is in het Westen volkomen normaal op te proberen verslaving onder controle te krijgen. Het is echter niet normaal, of gewoon, om de basale behoefte aan seks of eten te controleren of zelfs te beperken (hoe moeilijk dat is weet iedereen die geprobeerd heeft een dieet blijvend te volgen).

Ik wil niet voorstellen dat we ons allemaal in de jungle terugtrekken om te leven van een kommetje rijst per dag… Ik geef alleen het spectrum van mogelijkheden aan.

Kama dus: verlangen en emotie. Als bron van problemen een belangrijke zaak om in de gaten te houden. Volgende week zal ik me op de laatste aspecten van de mens richten. Nu wil ik afsluiten met het volgende:

De oplossing van het omgaan met problematische emoties en denkpatronen zit niet in de uitersten van er aan toe geven of het onderdrukken. Zoals zo vaak, is de middenweg de enige gezonde manier: onder ogen zien van wat er van binnen leeft. Het niet te voeden, noch het weg te drukken. Dit is heel moeilijk, in de praktijk gaan de meeste van ons heen en weer: de ene keer geven we toe, de andere keer zien we het niet onder ogen.

Voetnoot

Sommige mensen vertalen Buddhi met intelligentie, maar dat past niet in de structuur van dit systeem. Het heeft weinig zin om intelligentie Buddhi te noemen, als intelligentie duidelijk ook te vatten valt met het woord ‘hoger Manas’. De reden dat Buddhi soms met intelligentie vertaald wordt heeft met Boeddhistisch Sanskrit te maken. Blavatsky’s bron voor deze terminologie is echter waarschijnlijk het dagelijks taalgebruik van Indiërs en Ceylonezen die met deze onderwerpen bezig waren geweest.

Eén gedachte over “Bewustzijnstoestanden – van goddelijk tot normaal”

Reacties zijn gesloten.