Boeddha over Goed en Slecht karma (citaat en uitleg)

Het is altijd lastig om te schrijven over wat de Boeddha ergens van vond, omdat de oudste teksten die we van hem hebben dateren van eeuwen na zijn vermoedelijke dood. Ook zijn er allerhande Mahayana geschriften aan hem toegeschreven waarbij nog minder aannemelijk is dat Gautama Boeddha er iets mee te maken had.

Maar goed, de oudste geschriften die we hebben zijn de Pali Canon, de Tipitaka. Jammer genoeg is de taal daarin nogal saai en herhalend. Het vinden van goede citaten is lastig.

Toch heb ik een pagina opgezet met Boeddha citaten over karma. Dit stukje is een uitleg van twee van die citaten.

Maar laten we bij het begin beginnen: Karma betekent letterlijk handeling. In die handeling worden ook woorden en gedachten mee genomen. Belangrijker nog: karma duidt niet alleen op de handeling zelf, maar ook op het gevolg. Er wordt vanuit gegaan dat handelingen en hun gevolgen bij elkaar blijven, als het ware. Vandaar dat een Boeddhist ook nooit zal zeggen dat karma zich op kan splitsen en voor twee verschillende personen kan zijn.

Ok, dan nu het eerste citaat:

Monniken, deze vier karma types zijn door mij gerealiseerd, gecontroleerd en bekend gemaakt. Welke vier? Er is karma dat donker is, met donkere gevolgen. Er is karma dat licht is en lichte gevolgen heeft. Er is karma dat zowel donker als licht is en donkere en lichte gevolgen heeft. Er is karma dat noch donker, noch licht is met noch donkere noch lichte gevolgen. Dit leidt tot het eind van karma.

Anguttara Nikaya,AN 4.235, PTS: A ii 235,Ariyamagga Sutta: The Noble Path,translated from the Pali by Thanissaro Bhikkhu

Het eind van karma is natuurlijk Nirvana.

Dit citaat laat twee dingen zien: ten eerste dat het idee van ‘slecht karma’ niet zo vreemd is in het oorspronkelijke Boeddhisme als sommigen suggereren.

Ten tweede: het gaat over het gevolg van handelingen (en woorden en gedachten). Mensen die langer over karma nagedacht hebben komen vaak met de volgende vraag: hoe zit het met handelingen die een slechte motivatie hebben, maar een goed gevolg? Laten we zeggen een bekende Nederlander sponsort een goed doel, voornamelijk om zijn eigen reputatie op te poetsen. Het effect is (of lijkt) voornamelijk goed: het goede doel krijgt geld en aandacht. En die aandacht brengt ongetwijfeld weer meer geld met zich mee. Waar zit dan het negatieve effect? Ik zie dat in het cynisme dat mensen voelen bij dit soort dingen. We worden goede doelen moe.

Dit voorbeeld valt onder ‘karma dat zowel donker als licht is en donkere en lichte gevolgen heeft’. Het citaat zegt ook heel duidelijk dat er niet zoiets is als een goede daad met slechte gevolgen. Oorzaak en gevolg zijn, in het Boeddhisme, duidelijk aan elkaar verbonden. En natuurlijk is de oorzaak in de praktijk doorgaans gemengd. Zowel motief als methode van handeling zijn meestal niet perfect, dus het is niet zo vreemd dat het effect ook gemengd is.

Een ander Boeddha citaat met de zelfde boodschap:

Zo Ananda, er is karma dat niet in staat is (tot goede resultaten) en niet in staat lijkt (tot goede resultaten); er karma dat niet in staat is (tot goede resultaten) en in staat lijkt (tot goede resultaten); er is karma dat in staat is (tot goede resultaten) en daar ook naar uit ziet; er is karma dat in staat is (tot goede resultaten) en daar niet toe in staat lijkt.

Majjhima Nikaya 136: The Great Exposition of Kamma (Mahakammavibhanga Sutta)

30 gedachten aan “Boeddha over Goed en Slecht karma (citaat en uitleg)”

  1. Sinds enige tijd krijg ik het vermoeden dat de mens geen persoonlijk karma heeft, maar eerder meewerkt aan de gezamelijke groei des mensheid. Het idee dat we een persoonlijk karma hebben en uiteindelijk moeten evolueren naar een individueel nirvana ‘rust op de blik’ naar de werkelijkheid vanuit de cirkel van het “ik”.
    We vormen tesamen een onderdeel van het Geheel, en niemand moet daarvan bevrijd worden door te streven naar Verlichting, maar gewoon meedoen en meevloeien met de stroom des Levens, bewust of onbewust, dat maakt uiteindelijk niet veel uit.
    Hetgeen van ons mensen maakt is de transcendentale fysiologie dat we ‘afstand’ kunnen nemen van dat ‘ik’ door te rusten in meditatie, lopend of zittend maakt niet uit.

  2. Een van de drie grondstellingen die H.P.B ons naliet was de opvatting dat er een voortdurende periodiciteit bestaat. Oneindige rondgangen die zich telkens kenmerken door een periode van manifestatie (manvantara) en een periode van rust. (pralaya of niet-bestaan) Dit betekent dat er voortdurend oorzaken en gevolgen worden veroorzaakt en uitgewerkt. Karma is dus niet beperkt tot ons menselijke bestaan alléén.

    Het is dus een direct gevolg dat we binnen dit bestaansniveau onszelf manifesteren als persoonlijke-ego’s. (de duaal denkende mens) Dat betekent dat er wel terdege een onderliggende betekenis en zingeving schuilt in het karma die we dagelijks zaaien en uitwerken gedurende onze levens. Echter, de ervaring die we doorleven als een zelfbewuste individuele entiteit (het ik ben ik) schenkt ons de illusie van afgescheidenheid. Maar niets is minder waar. Iedere handeling en iedere gedachte vormt mede een invloed op het integrale geheel binnen onze reikweidte als mensheid en is van invloed op het totaal. Dit gegeven staat ook wel bekend als ’the butterfy-effect’.

  3. Karma is een listig onderwerp. Wie bepaalt wat “slecht” karma en wie bepaalt wat “goed” karma is? Het eerste probleem is dat we ons met de termen “slecht”en “goed” op een strikt dualistisch vlak begeven, terwijl het zeer de vraag is of de werkelijkheid zich in dit soort absolute dualismen laat onderscheiden. Men zou kunnen aanvoeren dat als we niet meer kunnen aangeven wat schadelijk is en wat niet dat er dan chaos ontstaat en we ons op een hellend vlak begeven. Dat mag dan zo zijn, de werkelijkheid is eenmaal chaotisch en lijkt vaak vormeloos; wij selecteren met ons verstand echter datgene wat we kunnen en zelfs willen zien.

    Het is de vraag of in psychologisch en spiritueel opzicht exact zou kunnen worden aangegeven wat “goed” karma zou zijn en wat “slecht” karma. Kijk, een handeling heeft volgens de wet van karma een bepaalde intentie, en die intentie zou het karma een bepaalde richting geven. Toch blijven we met het probleem zitten waar in psychologisch en spiritueel opzicht de daadwerkelijke oorzaak en het daadwerkelijke gevolg liggen. Als ik iemand een schop geeft, dan voelt de persoon in kwestie pijn. Er is een duidelijke oorzaak en een duidelijk gevolg, in termen van het geven van de schop en het voelen van de pijn als gevolg van die schop. Maar in psychologisch en spiritueel opzicht komt inzicht om de hoek kijken. Maar wat is inzicht? Het kan zeer gevaarlijk zijn om te interpreteren waar een bepaalde psychologische of spirituele oorzaak ligt en wat het gevolg daarvan zou zijn. Het menselijke denken op zich is een proces, iedereen heeft bepaalde gedachten en geeft daar op persoonlijke wijze uitdrukking aan. Dus waar begint iets (oorzaak) en eindigt iets (gevolg), volgens mij is het vrij onmogelijk om hier te spreken in exacte waarden. Het grote gevaar bestaat namelijk dat we onszelf en anderen omwille van het “goede” en “slechte” karma gaan veroordelen, dat is in het verleden genoeg gebeurd in godsdiensten die de werkelijkheid opsplitsten in “goed” en “kwaad”. Hieruit volgt het hele scala aan goden en duivels en de dienovereenkomstige illusies die daarbij horen.

    Het hele karmaconcept in Boeddhistisch opzicht is denk ik bedoeld om de leerling er op attent te maken dat alles wat hij doet gevolgen heeft en dat je je persoonlijke verantwoordelijkheid niet kunt ontlopen of op een of andere godheid kunt projecteren. God is niet verantwoordelijk voor jouw daden, Boeddha spreekt nooit over een god. Jij bent waar het om draait in relatie tot je medeschepselen, jij bent zelf degene die iets kan veroorzaken en dat kan voor andere mensen lijden opleveren of niet. Lijdt iemand onder jouw daden, dan zou je dat karma kunnen noemen. Alhoewel het soms de vraag is of iemand daadwerkelijk lijdt onder wat jij hebt veroorzaakt. Sommige mensen denken dat de ander hun steeds laat lijden, maar feit is dat ze er vaak zelf voor kiezen om te lijden onder een bepaalde opmerking van iemand anders, etcetera. Terwijl de aanvankelijke bedoeling helemaal niet negatief bedoeld was. Daarom spreekt Boeddha mijns inziens over karma als intentie. Een handeling vanuit een bepaalde intentie schept volgens hem karma, en dat kan lijden veroorzaken bij jezelf of anderen. Uiteraard lijkt de kosmos één groot gebeuren waarin wij leven. We moeten denk ik opletten dat we karma blijven beschouwen als een middel tot lering voor de Boeddhistische leerling. Niet als een generaliserend concept om van alles en nog wat in te delen als zijnde “goed” of “slecht” karma. Karma is denk ik geen verklaringsmodel waarin we maar van alles en nog wat kunnen proberen in te passen. Want de kosmos is chaotisch en probeer in het hele levensproces maar eens exact aan te geven wat een oorzaak is en wat een gevolg daarvan zou zijn. Waar begint de oorzaak en waar het gevolg? Als de kosmos een proces is, waar begint dan precies de oorzaak en waar eindigt dit in een gevolg? Dat kunnen we niet weten, omdat het zeer de vraag is of er in absolute zin wel oorzaken en gevolgen kunnen bestaan. Oorzaak en gevolg zijn eerder voortbrengselen van onze denkgeest en moeten volgens mij in dat kader worden bezien. En ik herhaal: ik denk dat karma bedoeld is als lering om enigszins duidelijk te maken dat je je verantwoordelijkheid voor je daden niet kunt afschuiven op iemand anders of op welke godheid of duivel dan ook. Er valt niets af te schuiven, hier en nu heb je de keuze: doe je iemand willens en wetens pijn of niet?

  4. @ Spawn, ik ben het niet helemaal met je eens dat oorzaak en gevolg voortbrengselen zijn van onze denkgeest, je kunt daarop het leven als totaal niet afrekenen. Sommige dingen in het leven zijn gewoon vaststaand en bepaald en liggen vast in de tijd, in die zin heeft een mens vaak geen vrij keuze.
    Moeder Meera heeft eens een boekje uitgegeven waarin een verhaal stond dat in de hemel 2 wezens wonen wiens werk is om alles wat goed en kwaad is met elkaar te vermengen.

    Het heeft voor ons mensen totaal geen nut om voor rechter te spelen. Er wonen namelijk meer wezens in de hemel dan alleen god en de duivel. Er zijn veel meer goden die je kunt dienen, het is niet logisch om mensen als een soort denkende machines van goed en kwaad te bestempelen. Er spelen veel meer dingen een rol bij het ontstaan van het lot dan de mens door heeft. Ook met name de vooroudergeesten die ons goed of kwaad gezind zijn hebben hier een dikke vinger in de pap.

  5. @ rafie: natuurlijk gebeurt er van alles in de kosmos, dat gaf ik ook aan in mijn reactie hierboven. Ik wil dat zeer zeker niet ontkennen. Waar ik echter de nadruk op heb gelegd, is dat karma een Oosters concept is waarin de intentie tot bepaald gedrag een belangrijke rol speelt. De intentie om iemand lijden te bezorgen zou volgens Boeddha karma scheppen. En waar komt die intentie vandaan? Dat is weer een andere goede vraag… Boeddha’s werksysteem draait om zelfonderzoek en inzicht, ieder is zelf verantwoordelijk voor zijn daden, wat hij andere medeschepselen aandoet. Goede daden (die hulp bieden en vrede en geluk brengen) scheppen goed karma, slechte daden (die lijden veroorzaken) scheppen slecht karma. En alles moet worden uitgewerkt. Er is echter een ontsnappingsmogelijkheid, bij oprecht berouw en het voornemen een bepaalde handeling nooit meer te doen.

    Eigenlijk lijkt dit zelfs in bepaald opzicht op datgene wat het Christendom ook voorschrijft: toon berouw, toon inkeer en je slechte gedrag zal worden vergeven. Alleen wordt in het geval van het Christendom God ten tonele gevoerd als zijnde degene die jou vergeving moet schenken. Ik schreef al dat Boeddha nooit over God spreekt, hij spreekt over de oorzaak van het lijden, het inzicht in het lijden en de opheffing van het lijden. In het Christelijke systeem is devotie en de weg van het hart belangrijker dan het verstand en het denken. In het Boeddhisme wordt je denken veel meer uitgedaagd; moet je tot op zekere hoogte analyseren en kunnen begrijpen hoe je lijden schept voor jezelf en anderen. Ik wil het karmaconcept steeds zuiver binnen de Oosterse religie houden, binnen het Boeddhisme wel te verstaan, alhoewel karma van origine een Hindoeïstisch concept is. Maar goed, als je karma binnen de Boeddhistische leer bestudeert, probeer je inzicht te krijgen in wat oorzaak is en wat gevolg is. Dat kun je niet anders benaderen dan door middel van je denken, vandaar dat ik (misschien wat ongenuanceerd) beweerde dat oorzaak en gevolg voortbrengselen zijn van je denkgeest. Je kunt de wet van karma ook slechts via je denkvermogen begrijpen. Ons leven draait grotendeels om denken en uitdenken, ik weet dat daar het gevaar in bestaat dat je alles als denken gaat beschouwen en dat je via het denken alles zou kunnen oplossen. Dat is geenszins het geval. Dat denken belangrijk zou zijn geldt natuurlijk niet voor iedereen, het ligt er maar net aan wat voor soort mens je bent. Daarom zijn er denk ik zoveel verschillende spirituele systemen. Er zijn mensen die hun weg vinden via een leer waarin God een hoofdrol speelt, er zijn mensen die hun weg vinden via het werksysteem van Gurdjieff, er zijn mensen die hun weg vinden via het werksysteem van Osho, en ga zo maar door.

    Ik ben geen Boeddhist, ik ben geen lid van welke organisatie dan ook. Ik volg grotendeels mijn eigen weg. Dat wordt door veel spiritueel ingestelde mensen gezien als zou ik een opgeblazen ego hebben. Ik zou volgens dit soort mensen nooit “in mijn eentje” de spirituele realisatie (wat dat dan ook moge zijn) kunnen “bereiken” (als er al zoiets kan bestaan als een “bereiken” in spiritueel opzicht). Dat ze zich zo opstellen is in mijn ogen nogal triest en verdrietig, omdat ik dan wel net als iedereen een ego heb, maar waarom zou dat opgeblazen zijn tot een trotse pauw omdat ik geen actief lid ben van één of andere organisatie? Ik heb wel ooit getwijfeld of ik me aan zou sluiten bij een spirituele organisatie zoals bijvoorbeeld de Theosofen of een leraar zou gaan zoeken. Maar tot op heden is er nog geen geschikte leraar op mijn pad gekomen. Mijn leven is mij tot op heden zelf tot leraar geweest, en ik vond dat in het verleden een uitermate zwaar en moeilijk pad. Nu niet meer zo, trouwens. Maar blijkbaar is het zo voor mij bedoeld. Ik heb ooit houvast gezocht in diverse leringen, niets blijkt te passen, ook het Boeddhisme niet, vandaar dat ik geen Boeddhist ben. Ik zie wel wat er ooit op mijn pad komt, of wellicht moet ik gewoon doorgaan met meditatie en zelfonderzoek en is dit reeds mijn geschikte pad. Wie zal het zeggen?

  6. @ Spawn, ik geloof niet dat je het echt begrijpt. Karma is geen concept. Het is niet iets wat door mensen bedacht is, ook niet door hindoeisten of door Boedha, het heeft altijd al bestaan, en het rijkt over het leven heen, je kan het beschrijven maar daarmee doe je het tekort en sla je de plank mis.

  7. De werkzaamheid van karma is onpersoonlijk. Omdat de mens van vandaag zich manifesteert als een persoonlijk zelfreflecterend bewustzijn, is het geneigd om op de betekenis van karma een goed-slecht etiquet te plakken.

    Daarom wordt karma vaak ten onrechte een wet genoemd. Een wet duidt echter op datgene wat buiten onszelf plaatsvindt en daar is hier geen sprake van. Karma beschouw ik meer als een werkzame kracht die we zelf in gang zetten door voortdurend oorzaken te zaaien en gevolgen uit te werken. Het interessante van een zelfreflecterend bewustzijn is het gegeven dat men in staat blijkt eigen keuzes te maken of van eerder gemaakte fouten te leren.

    De theosofie biedt meerdere sleutels tot Wijsheid. Een van die sleutels betreft de leer over karma en reïncarnatie. Laatstgenoemde is belangrijk om de reikweidte van de leer over karma te begrijpen. Karma laat zich immers maar ten dele verklaren binnen één mensenleven. Vanuit die perceptie denken we al gauw aan schuld, straf, beloning, etc. Hoe verklaren we immers het lijden binnen één leven van iemand die binnen datzelfde leven oorzaken van deugdzaamheid zaait, maar nu als gevolg van een eerder gezaaide oorzaak een voor hem/haar dodelijke ziekte uitwerkt? Binnen de perceptie van een persoonlijk zelfreflecterend bewustzijn schijnt dit als onrechtvaardig toe, maar is dit werkelijk zo? Moeten we ziekte en armoede daarom als een straf van een of andere hogere ‘voorzienigheid’ beschouwen? Hoe anders zouden we deze onderwerpen bezien in het licht waar men de illusie van wat we de dood noemen hebben overwonnen? Hoe anders zouden we deze moeilijke onderwerpen benaderen indien we inzicht hadden op het totaal van de daadwerkelijke rondgang die de mens maakt tussen het ene persoonlijke bestaan en het volgende?

  8. Mmmm… Er wordt hierboven gezegd dat ik de plank mis zou slaan en dat het lijkt alsof ik “het” niet goed begrijp. Ik denk dat we allemaal hier een bepaald gezichtspunt of meerdere gezichtspunten beschrijven wat het karma betreft (of wat dan ook). Kan iemand hier zomaar bepalen of ik de plank mis zou slaan? Dat kan niet, want of ik de plank mis sla, is mijn verantwoordelijkheid en inzicht. Het enige waar ik de nadruk op heb gelegd, is dat het karmaconcept een zienswijze is die feitelijk hoort binnen het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Vandaar dat ik spreek over een concept, karma is een woord dat staat voor iets. En dat staat in de geschriften van het Oosten opgetekend, oorspronkelijk. Ik wil het daar laten waar het hoort, dat is alles. En of ik het begrijp of niet, dat is niet aan wie dan ook om dat te bepalen hier, toch? We kunnen uitsluitend elkaars schrijfsels lezen. En feit is dat je leest naar de mate van inzicht en begrip dat je zelf hebt, en waar je via interpretatie de nadruk op legt of wil leggen. Dus ik kan op mijn manier volkomen gelijk hebben, of juist niet. Dat ligt er maar helemaal aan hoe je naar mijn woorden kijkt en hoe je ze interpreteert.

    De Westerse mens heeft van origine geen religieuze traditie zoals men in het Oosten al duizenden jaren heeft. Het Christendom is zo ongeveer een hellenistische afspiegeling van de wet van de Joden. Niet dat er iets mis mee is, Jezus was een groot man. Maar wij Germaanse volkeren geloofden in Wodan, Donar en Freija. Dat is wel lang geleden, maar dat is onze achtergrond. Wij hebben van origine geen cultuur van meditatie, laat staan dat we iets van karma in onze samenleving geïntegreerd hadden of hebben. We weten eigenlijk pas sinds een vrij korte tijd van het karmaconcept af. Het Christendom heeft wel mystieke personen, maar in vergelijking met het Hindoeïsme en Boeddhisme zijn dat er wel vrij weinig. Het Boeddhisme wemelt van de meesters en Verlichten. Wij in het Westen introduceren sedert de 19e eeuw diverse Oosterse religies, we verdiepen ons in de woorden en methodes van een volstrekt andere cultuur dan de onze. Wij staan in cultureel opzicht inderdaad veel dichter bij de religies die hun bronnen hebben in het Midden-Oosten en de Griekse mythologie. De Oude Grieken verbeeldden alle menselijke eigenschappen in hun goden, half-goden en mensenwereld. Die Griekse mythologie staat veel dichter bij de Westerse mens dan het Boeddhisme, qua culturele achtergrond en basis dus.

    In India en de landen er omheen was het altijd volstrekt normaal en geïntegreerd dat een jongen opgroeide en bijvoorbeeld lid werd van een religieuze gemeenschap of dat een man van vijftig zich terugtrok in retraite en aan yoga ging doen. Dat hebben wij hier helemaal niet. Wij importeren een religie omdat het ons op de één of andere wijze aantrekt. Waarom? Blijkbaar zijn we het jachtige leven van uiterlijke schijn grotendeels beu en hebben we het gevoel dat succes en materialisme uiteindelijk niet het doel zijn van ons bestaan. Dus lijkt het leven van een Boeddhist een mogelijke weg om tot onszelf te komen. Via meditatie keren we ons in onszelf. Met welk doel? En daar wringt hem nu de schoen: we willen het grijpen en ons eigen maken. Net als de wet van karma, of het nu een “wet” wordt genoemd of niet, dat is maar een kwestie van hoe benoemen we het. Maar het mechanisme van het grijpen is precies dezelfde reden waarom we ons in de wereld van het materialisme begaven: het grijpen en ons eigen willen maken. Maar het is zeer de vraag of dat de juiste benadering is van spiritualiteit. Ik zeg niet dat je geen Boeddhisme of andere spiritualiteit zou kunnen beoefenen, laat dat duidelijk zijn. Het is echter de vraag of het Oosten automatisch het heil zou kunnen leveren waar veel Westerlingen hunkeren. Want vergeet niet dat in de Oosterse kloosters net zo goed diverse volslagen idioten kunnen leven.

    Verder is het de vraag of karma inderdaad verder reikt dan ons persoonlijke leven. Er zijn mooie teksten die uitleg geven over reïncarnatie en verklaringen over dat iemand die zuiver leeft toch veel ongemak in zijn of haar leven kan ervaren. Dat zou dan wellicht te wijten zijn aan een onzuivere levenswijze in een vorig leven of bestaan. Maar ik bekijk dat soort verklaringen met argusogen. Want we kunnen wat dat betreft niets zeker weten, laat staan onderzoeken. Niemand weet wat er na de lichamelijke dood gebeurt en of er eigenlijk wel wat te gebeuren staat. Dus ik wil daar geen gissingen over maken, en ik heb verder weinig van doen met alle gebruikelijke spirituele of godsdienstige verklaringen. Een aanname over wat er vóór je huidige leven was of na je dood zal zijn, dat is louter en alleen een geprojecteerde veronderstelling. En die aannames of niet te toetsen veronderstellingen zijn mijns inziens niets meer en niets minder dan een vorm van “geloof”. En als iemand wil geloven in dit soort zaken, prima. Ik geloof er niet in. Ik probeer onderzoekend te zijn, vandaar dat ik zelfs de wet van karma niet klakkeloos aanneem en zeer zeker niet zomaar in reïncarnatie geloof. Osho zei ooit: “Je vraagt me iets over reïncarnatie? Of je na de dood doorgaat, of niet? Ach, je kunt je beter afvragen of je wel echt leeft vóór de dood”.

  9. Die Spawn. Kijk eens wat jij mooi schreef:
    “Met welk doel? En daar wringt hem nu de schoen: we willen het grijpen en ons eigen maken. Net als de wet van karma, of het nu een “wet” wordt genoemd of niet, dat is maar een kwestie van hoe benoemen we het. Maar het mechanisme van het grijpen is precies dezelfde reden waarom we ons in de wereld van het materialisme begaven: het grijpen en ons eigen willen maken”. Ja!

    Dat maakt het ook zo verschrikkelijk moeilijk om op dit blog iets te vinden wat nog ergens over gaat. Want de Westerse mens heeft de wereld in zijn zak, nu de kormos nog. Maar eigenlijk wil hij zichzelf de baas blijven, wat anders? En alles en iedereen moet eraan geloven om hem daarin te steunen en overeind te houden.

    En zo, op een ander onderwerp, vroeg Lucas mij wat ik wilde bereiken met wat ik schreef. Wat Ik wil bereiken? Worden hier niet allerlei vragen opgeworpen en waarbij niemand erbij stilstaat waarom we zo vol vragen zitten? Betekent dat niet, dat we niets weten? Betekent dat we niets weten niet, dat we “afgescheiden” zijn van de natuur? Is de groei van het denken niet een gevolg daarvan, en is denken niet zuiver willen beheersen en eigen maken?
    En heeft dat leven via het denken, dus afgescheiden van de natuur, niet tot gevolg dat karma ontstaat? Is denken niet gewoon ingrijpen in natuurwetten, door niet-weten, en ontstaat daardoor niet een keten van menselijk oorzaak en gevolg, omdat de natuur steeds weer de balans herstelt?
    Met ons goed-fout denken zien we tenslotte alleen wat we willen zien. Dus met ons denken willen we de richting van goed opgaan… maar er is geen goed. Er is alleen die constante wisseling.
    Wat veroorzaken we bv. niet door steeds langer te willen leven? Door ziekte te bestrijden?

    Het is wel het toppunt van het menselijk denken om te veronderstellen dat de menselijke ontwikkeling richting goed gaat. Welnee, als de mensheid is verdwenen, dan is alles weer “spiritueel” en is het menselijk karma in zijn lijden verdwenen, heb je alleen nog de natuur die zijn loop van dood en geboorte neemt waar wij zo’n stokje voor staken.
    Zo bang zijn wij voor alles, alles is ons zo vreemd gezien we niet “ingebed” zijn in de natuur, dat we alles in eigen banen proberen te leiden en ons denken tot in de hemel is gegroeid. Nu gebruiken we ook al de oude tradities om onszelf iets bijzonders te wanen, terwijl we in het echt in alle opzichten totaal zijn vervreemd van het grote geheel. We zijn toch onbetwistbaar een naakte aap met een hersendefect en niets meer?

    En met die religies: Je moet toch op de één of andere manier de mensen in het gareel houden? Of niet dan? We zijn toch echt enge apen! Dus wijs je mensen erop dat hun daden gevolgen hebben, dat dat heel diep gaat zitten, in die lange keten van generatie op generatie.
    Wij zijn toch veel te stom om ons dat te realiseren en te overzien wat wij doen?

  10. De (Westerse) mens denkt inderdaad dat hij de wereld kan beheersen, maar niets is minder waar. We kunnen proberen alles naar onze hand te zetten, maar dat zal nooit lukken. We vertrouwen op ons denken en geloven dat we zelfs de kosmos kunnen bereizen. Dat is tot op een steenworp afstand gelukt door naar de maan te reizen. Er zal een dag komen dat we verder zullen komen, maar wat dan nog? De mens leeft zijn of haar leven op een zuiver mechanische manier en alle vooruitgang die we kennen is slechts technisch en berust op onze mechanische wijze van leven. Eigenlijk is er weinig oorspronkelijk en ontdekken we slechts diverse manieren om met de wereld om ons heen om te gaan. De aarde en haar systeem zijn als een klok op elkaar afgestemd, elk schepsel heeft daar zijn plaats in en de zaak lijkt uitgebalanceerd. Alleen de mens als soort past daar niet geheel in. Zijn huid raakt geïrriteerd als hij in het bos gaat slapen; hij wordt ziek en raakt klam en nat. Een dier heeft hier eigenlijk geen last van en die kan vredig pitten in de natuurlijke omgeving. Waarom? Het lijkt er op dat de mens niet in de vrije natuur kan overleven. De wetenschap probeert te bewijzen dat we verwant zijn aan de apen. We schijnen genetisch slechts een enkele procent af te wijken van de chimpansee. Toch maakt dat een heel verschil, althans, dat denken we.

    Er is iets vreemds aan de hand. We zijn maar constant bezig om ons te beschermen tegen de natuur, alhoewel we er onafgebroken deel van uitmaken. Met ons denken zijn we de planten en dieren te slim af, onze hersenen stellen ons in staat om een verdedigingslinie op te werpen. We trekken hoge muren op en kappen bos en natuur weg om ons leven te kunnen leiden. Desnoods maken we elkander een kopje kleiner om de beste grondstoffen te beheersen en macht uit te oefenen. Wij kunnen niet anders denken dan onze menselijkheid ons toestaat. Het lijkt er op alsof we in andermans tuin terecht zijn gekomen, we zijn niet geheel geïntegreerd met de ons omringende natuur. Waarom? We zijn ergens ontstaan als verwant van de aapachtigen, althans, dat beweert het Darwinisme en de moderne wetenschap hangt dat nog immer aan. We graven in de grond en vinden beenderen die er op zouden wijzen hoe wij onszelf hebben ontwikkeld in de afgelopen duizenden en duizenden jaren, of langer.

    Het is inderdaad de grote vraag wat wij nu feitelijk “weten”. We gedragen ons nog immer zoals dat wellicht al tienduizend jaar geleden ook al het geval was: elkaar bestrijden omwille van de beste grondstoffen en desnoods onze eigen soort uitroeien. Van de aarde met elkaar delen hebben we nog nooit gehoord en we willen er eigenlijk heden ten dage nog steeds niets van horen. Is dit de mens, het hoogste wat de natuur kan bereiken? Dat geloven we maar al te graag! We lijken eerder een plaag te zijn voor de aarde, we slaan gaten in de huid van het hemellichaam waarop wij leven, met zware bommen vernietigen we namelijk wat we maar willen. De wapenwedloop is geculmineerd in het atoomtijdperk. De Koude Oorlog direct na de Tweede Wereldoorlog stevende langzaam af op de totale vernietiging. Nu willen we weer zoveel mogelijk kernwapens ontmantelen, omdat we beseffen dat we niet van elkaar kunnen winnen. Blijkbaar is de technologische vooruitgang uit zijn voegen gescheurd vanaf de 19de, maar vooral in de 20ste eeuw. Nu maken we ons opeens ongerust over de natuurlijke omgeving die we voorheen eeuwenlang naar onze hand hebben gezet en vervuild. De aarde probeert uiteraard onafgebroken een balans te behouden. Het is echter de vraag hoelang ze deze mensheid nog kan verdragen? De dinosauriërs zijn uitgestorven, zij domineerden de wereld ooit via spierkracht en een oersterk en gevaarlijk gebit en dergelijke. Ze vraten elkaar met huid en haar op totdat er iets is gebeurd op de aarde. Men stelt dat hun einde is ingeluid door een komeetinslag. Dat kan. Moeten wij ook als soort om het leven komen door een komeetinslag? Of richten we onszelf te gronde door onze sluwheid?

    Het menselijke denken heeft het digitale tijdperk ingeluid, we hebben nu computers ontwikkeld. Maar die machines weerspiegelen slechts onze mechanische manier van denken, niets meer, niets minder. Een computer heeft rekenkracht, maar voor de rest is het eigenlijk een heel simpel ding. Rekenkracht, technologie, wat heeft het ons gebracht? Comfort? Ten koste van wat? De mens lijkt op een Octopus, met oneindig veel armen om binnen te halen wat we begeren. Ons denken is een wapen, een verdedigingsmechanisme. Hiermee hebben we overleefd, want we hebben geen slachttanden, geen natuurlijke wapens aan ons lichaam net als roofdieren. We zijn zelfs de grootste dieren ter wereld te slim af, en met deze sluwheid proberen we inderdaad ook oude religies binnen te halen en te beheersen. Maar er valt niets te beheersen, ook al denken we dat we zaken als Verlichting en spiritualiteit kunnen grijpen net als dat we van alles in de tastbare wereld denken te kunnen beheersen. Maar dat gaat niet, als je probeert het niet tastbare te grijpen, dan krijg je een waterige afspiegeling van het oorspronkelijke. Dan bouw je een kerk op de grondvesten van zogenaamde heidense religies, dan vertrap je alles wat niet in je mechanische geloof past. En dat is wat de mens doet: geloven in wat hij niet zeker weet. Maar wat kun je zeker weten? We hebben de illusie dat we via ons afgescheiden en ondeelbare “ik” de wereld moeten benaderen en beheersen. Maar niets blijkt afgescheiden te leven, ook al geloven we dat steevast. Opnieuw een geloof, een aanname, en eigenlijk zijn we geheel opgebouwd uit vooronderstellingen, aannames, opinies en meningen. Maar we zien over het hoofd dat dit totaal niets voorstelt, ons niet verheft uit onze mechanische wereld. We benaderen religie precies zoals we alles benaderen: mechanisch. Hieruit kan mijns inziens nooit iets oorspronkelijks geboren worden. Eigenlijk zijn onze grote voorbeelden zoals bijvoorbeeld Jezus en Boeddha er op uit om de zaken om te draaien zolang het nog kan. Toon inkeer, keer terug, heb je naaste lief als jezelf, vermijdt het lijden voor jezelf en je medeschepselen. Maar zelfs die kans laten we liggen, we vreten liever al die woorden op en gaan elkaar er mee om de oren slaan. Wie heeft er uiteindelijk “gelijk”?

  11. Of we nou wel of niet Karma als gegeven accepteren, onze daden hebben gevolgen en met die gevolgen zullen we moeten leven. Hoe meer je je daarvan bewust bent, hoe meer aandacht je aan je daden zult geven…

    Dat zal de wereld niet op z’n kop zetten, maar uiteindelijk is dat het enige wat je kunt ‘doen’.

  12. Mee discussiëren? Zo kan ik een litanie over alles wat fout is of gaat in de wereld niet zien. Ik krijg daar niet meer begrip van die dingen door.

    Het versterkt alleen die ‘heel basale neiging om onszelf en alles om ons heen verkeerd te begrijpen, die in ons geboren wordt, wanneer wij zelf geboren worden’ (citaat uit “Over de werking van yoga”)

    Een discussie is in mijn ogen een gezamenlijke inspanning om het begrip van ‘onszelf en alles om ons heen’ te vergroten. Wat ik hier lees in sommige bijdragen is dat we anderen ergens op moeten wijzen, anderen moeten inkeer tonen.

    Echter het enige wat werkt is je eigen begrip te vergroten en zelf inkeer te tonen… en als het even kan daarmee een ander te inspireren…. maar dat is aan die ander om daar open voor te staan.

  13. Katinka, de discussie meer de breedte in trekken door verder in te gaan op het hele verschijnsel van bezig zijn met deze onderwerpen is niet gek, anders blijft het alsmaar fragmentarisch. Tenslotte is het oeverkoepelende onderwerp `wie of wat is de mens`.
    Ik vind Spawns stuk heel veel goede vragen en opmerkingen bevatten, dat kan geen kwaad tussen al dat fragmentarische filosofische gebrabbel op de rest van deze site.
    Ongelooflijk weer dat Rita het alleen kan lezen als een litanie over wat er fout gaat in de wereld, dat is weer puur zwart/wit denken Rita. Het goede behouden en de ogen sluiten voor het foute. Zo werkt het denken en dat is reden genoeg, om voortdurend erop te hameren dat de mens en de wereld niet is wat je erin wilt zien.
    Wij ALLEMAAL zijn von kopf bis fuss betrokken bij het instandhouden en profiteren van alles wat er fout gaat.

    Het is wat het is, en ook Spawn, het denken zoekt steeds een uitweg dus het is ook het denken wat verhinderd dat je ziet hoe het is en niets meer.
    Wij zouden er toch niet zijn als we als onlosmakelijk onderdeel van de aardse evolutie daar niet op de éen of andere manier een rol in vervullen? Wat ons scheidt van de rest van de natuur is ons denken, en vergeleken met een aap is dat een verandering in de hersenen die heeft geleid tot een enorme groei van de denkhersens en niets meer.
    Wij leven in ons hoofd, dat zal niemand ontkennen. De illusie, de dwaalweg heet dat in allerlei oude overleveringen.

    Ik mag vast wel even het energetische verhaal van Bok aanstippen over de plaats van de mens, uit de Oude Wijsheids doos:
    alles in het universum gaat in cycli, wat wij met ons rechtlijnig denken en nu zelfs gefixeerde denkbeelden niet meer kunnen volgen.
    Het denken is ontstaan door een evolutie in de hersens, een verkalkte brug in de hersenen, waardoor het weten en het denken gescheiden zijn. Het denken(linkerhelft, waakbewustzijn, overlevingsdrift, yang) is de baas geworden, en in het weet/gedeelte (rechterhelft, slaapbewustzijn, collectief yin) bestaat nu alleen nog de spiegel van het denken, waardoor ´snachts in warrige dromen het emotionele evenwicht min of meer wordt herstelt, maar er geen enkel los-van-onszelf staand weten of verbinding met de natuur meer is. Nagenoeg nergens verbinding meer met waar we uit voortkomen.

    Zo is de vermeende `groei naar het licht` van de mensheid ook zo´n hedendaags gefixeerd denkbeeld is, die wel klopt maar haha… net even anders.
    Alles in de kosmos, van groot tot klein, gaat in cycli die uit elkaar worden geboren, net als onze zwangerschap, en daaruit ontstaan steeds nieuwe fases.
    De motor is het energetisch onevenwicht, de plus-min of yin-yang energie die voor beweging en dus leven zorgt.
    Er zijn fases van groei bij voldoende energie, gevolgd door fases van specialisatie bij energienood of andersom.
    Maar goed, dit zal inderdaad een grote kosmische klok zijn waar alles links- en rechtsom in tandwielen om elkaar heen draait en samenhangt en gaat mijn petje ver te boven.

    De zwangerschap van de aarde is zo beschreven in bv. Genesis, als was zij eerst woest en ledig en daarna ontstonden in zeven dagen(fasen) dat, wat wij leven noemen.
    De mens is daarin de laatste fase van de zwangerschap, waarin het kind zijn eigen stofwisseling ter hand neemt. De mens is zodoende een `alien body` voor de moeder zoals een foetus in de laatste fase van de zwangerschap dat is. Net als bij een vreemd lichaam reactie komt de bevalling dan op gang omdat in die fase moeder het kind in een gevecht op leven en dood moet uitstoten.
    In vele, vele sprookjes of religies worden deze weeën van moeder aarde en de apocalyps voor de mens en het hele leven op aarde genoemd.
    Maar net als bij een zwangerschap, heeft al het leven op aarde wél gezorgd voor een gegroeide vitaliteit van de aarde gedurende weet-ik-veel hoeveel tijd, en ook de mens heeft als laatste lootje een essentieel energetisch steentje bijgedragen aan een langer leven voor de aarde.
    Is het niet fascinerend dat de mens als een rechtgeaarde volgroeide mensenbaby, zich nu god van het universum waant? Alles om zijn overleven laat draaien?

    Klinkt allemaal heel vreemd natuurlijk, maar is het niet prachtig? Ik hoop dat mijn krakkemikkige poging toch iets overdraagt van het grote verhaal, van cycli die elkaars gelijke zijn. Ook gezegd als: zo boven, zo beneden.

    1. Hoi Margje,

      Het was misschien impliciet – maar alles wat hier nog te lezen is, vind ik OOK kunnen. De dingen die ik niet vond kunnen heb ik al weg gehaald.

      Ik heb geen probleem met het gesprek in de breedte trekken, zolang er nog enig verband met het oorspronkelijke onderwerp is.

      Ik heb wel een probleem met persoonlijke aanvallen – doen alsof we elkaar online psychologisch kunnen gaan analyseren e.d. terwijl we elkaar helemaal niet kennen.

      Groetjes,
      Katinka

  14. Er bestaan geen foute dingen, alleen dingen die je niet (volledig) begrijpt…

    Om met Epictetus te spreken ‘De dingen opzichzelf zijn niet slecht, alleen de wijze waarop je erover denkt’ of “Alle slechtheid berust op gebrek aan inzicht, op een verkeerde mening omtrent hetgeen goed voor ons is.” of “Doe afstand van een verkeerde opvatting en je hebt een einde gemaakt aan het kwaad.”

  15. Die Rita, je had met het eerste zinnetje kunnen volstaan.
    Wat mag ik dan concluderen uit het feit dat we allemaal juist zo ontzettend veel niet begrijpen, maar doorgaans emotioneel op iets reageren en het goed of fout vinden? Ik ben heel benieuwd waarom dat niet fout is volgens jou.

  16. Omdat dingen van zichzelf uit niet fout zijn. Wij willen alles graag in hokjes stoppen en ook ‘goed’ en ‘fout’ zijn dergelijke hokjes. De dingen zijn zoals ze zijn. Wat weer niet wil zeggen dat je ‘er dus niets aan kunt doen’ als jij ergens last van hebt of anderen last bezorgt ofzo.

    Het is onze opdracht als mens, of misschien in het kader van dit blog ‘ons karma’, om de werkelijkheid van ‘de dingen’ te leren kennen. Iets goed of fout vinden kan bij die ontwikkeling, dat leerproces, zeker een belangrijke rol spelen. Maar het is niet de werkelijkheid, het is iets wat jij vindt dat ‘zo’ is. En als het goed is, leer je vanzelf dat het toch anders is dan je in aanvang dacht.

  17. Is het niet vaak zo dat wij “goed” noemen, waar wij aan gewend zijn, datgene waar we ons conservatief in kunnen verschuilen, en “fout” datgene wat nog vreemd en progressief voor ons is totdat we eraan gewend zijn?

  18. Katinka, ik heb nog een vraag, Je stelt in je blog hetvolgende….
    “Vandaar dat een Boeddhist ook nooit zal zeggen dat karma zich op kan splitsen en voor twee verschillende personen kan zijn.”
    Maar wat ik wil weten, als karma, niet voor 2 verschillende personen kan zijn, kan het voor 2 personen dan wel verschillend zijn?

    1. Wat ik bedoelde is dat wat A doet, de gevolgen (karmisch gezien) voor A zijn. Als A liegt, bv, heeft iedereen in zijn omgeving daar last van, maar degene die minder vertrouwd wordt is A.

      Het was een beetje een filosofische opmerking – in reactie op het door denken van de skandhas, reincarnatie en de ‘geen ziel’ leer.

    1. Oh jee – dat is een heel verhaal. En ik zie dat ik er niets over op mijn site heb staan (in het Nederlands) dus ik kom er niet omheen om het te expliciteren.

      Het komt er op neer dat hoewel de Boeddha karma en reïncarnatie leerde, hij ook ontkende dat er iets blijvends is in de persoonlijkheid.

      Veel Boeddhisten interpreteren de geschriften daarover als volgt: dat er ook geen Goddelijke Ziel is in de mens. Theosofen denken eerder dat hij bedoelde dat het uiteindelijke bewustzijn dat blijft zo anders is dan we ons voorstellen – en een met al het andere bewustzijn – dat het geen zin heeft om er een woord voor te gebruiken: dat leidt toch alleen maar tot misverstanden.

      Uiteindelijk is het een moeilijke paradox, want wat reïncarneert er dan als er geen ziel is? Het klassieke antwoord op die vraag is: het karma zelf reïncarneert: dus de gevolgen van gedachten, woorden en handelingen.

      Dat was het in het kort.

  19. Juist, dan blijft voor mij een vraag….wat is het dan in mij dat soms gelukkig of ongelukkig is, soms tevreden en af en toe boos, dat kan toch niet anders dan mijn ziel zijn wanneer die zich beweegt, het af en toe warm dan wel koud heeft.
    Ook begrijp ik niet dat sommige helderzienden, in iemands aura je ziel(en) en de ontwikkeling daarvan kunnen zien……..

    1. Waar alle oosterse tradities, dus ook het Boeddhisme, het over eens zijn is dat we meerdere ‘zielen’ hebben. Het woord ‘ziel’ is dus een beetje lastig.

      We hebben:
      1 lichaam
      2 levenskracht (prana, chi)
      3 emoties
      4 denken
      5 hogere intuïtie
      6 goddelijke ‘ziel’

      De eerste vier zijn duidelijk veranderlijk, verschijnen in het aura en zijn karmisch: ze veranderen op grond van onze handelingen, woorden en gedachten.

      De hogere zijn, volgens theosofen, wat reïncarneert. Volgens Boeddhisten is wat reïncarneert alleen het karma.

      Hoe het ook zij: die lagere niveaus veranderen misschien, maar waarom zou dat betekenen dat helderzienden er niets van kunnen zien?

      Geluk of verdriet: een emotie. Die zijn er – als is het niet duidelijk wat de Rafie is die het ervaart. Ben jij nog dezelfde als 10 jaar geleden? Toch heb ‘jij’ al die tijd van alles ervaren. De Boeddhistische stelling is dat het een illusie is dat jij jij bent. En daar bewust mee om gaan is een hele nuttige spirituele oefening. Dus denk er maar eens over na!

      Persoonlijk ben ik geneigd het met je eens te zijn en te denken dat er wel een kern van bewustzijn is die ‘ik’ genoemd kan worden. Maar ik moet constateren dat de meeste gerespecteerde spirituele leraren dat met me oneens zijn.

  20. Bedoel je met die oefening dat je de emoties in jezelf boven je ego of boven je ik moet plaatsen? Zoiezo zijn emoties niet van iemand alleen, maar ze zijn vaak een kettingreactie die zich van het ene naar het andere individu verplaatsen, ik heb gemerkt dat zelfs indien iemand zich totaal onthoud van iedere vorm van uiting of contact, dat dat bij bepaalde personen toch een tegen emotie kan opwekken, bijvoorbeeld, een afkeer van iemand hebben omdat die al jaren geen aandacht aan je besteed.
    Ik denk ook niet dat een “ik” of individu iets is wat onsterfelijk is of de dood overleeft.
    In dat opzicht vind ik het altijd zo raar wat christenen en moslims geloven, dat (iemand als individu) na zijn dood in de hemel of in de hel terecht komt, zoiets schijnt mij totaal onrealistisch toe. In de itjing van Sam Reifler staat trouwens een passage dat de “zonde van lucifer” was dat deze verlicht werd zonder zijn ego te verliezen. Het lijkt mij dat het naar de hemel of de hel of het hiernamaals gaan van de christenen en de moslims precies hetzelfde nastreeft als deze “zonde van lucifer”, men gelooft in de kerk en in de islam dat men als individu in de hemel komt, dat lijkt me een erg eenzame toestand die al het aardse lijden alleen maar in stand houdt, hoe kan iemand als individu immers totaal gelukkig zijn zonder ooit een moment van verdriet te ervaren. Maar ok, misschien zijn mijn gedachten hierover ook slechts een emotie die niet werkelijk van waarde is.

    1. Nee zeg, dat bedoel ik zeker niet.

      Theosofen vinden dat het denken het gevoel moet reguleren en de intuïtie het denken weer.

      Zoals een paard door zijn berijder gestuurd wordt en die weer door de adel in de koets. (paard = emotie; berijder=denken; adel in koets=intuïtie)

Reacties zijn gesloten.