Ariadne’s Gouden Draad – hoe niet in spiritualiteit te verdwalen

Toen ik begin twintig was, was ik druk bezig mezelf overhoop te halen. Ik dook in de diepte van al mijn emoties in de verwachting dat dit spirituele transformatie zou brengen. Ik spiegelde me aan het verhaal van Ariadne die haar weg door een doolhof moet vinden met niet meer dan een gouden draad om op het pad te blijven. Die gouden draad, daar was ik van overtuigd, was universele onpartijdige Liefde. Ik weet niet waar ik de arrogantie vandaan haalde. Maar ja, ik was 20. Nu zou ik nauwelijks durven beweren zelfs maar in de buurt van zulke liefde te komen, ook al is bodhicitta mijn ideaal.

Ik had wel een punt: ondanks alle fouten die ik maakte – en daar zaten behoorlijk serieuze bij – heb ik mijn weg gevonden. Was dat liefde of was dat puur geluk?

Een mede auteur op Squidoo deelde een link met me deze week die resoneerde. De conclusie was niet helemaal mijn ding, maar de fouten die Terence maakte om daar te komen zijn goed beschreven. Ik denk ook niet dat ik de enige ben die soortgelijke fouten gemaakt heeft. Ik zal ze samenvatten:

Je wil achterna gaan, zonder te kijken of het wel kan

Om specifiek te zijn: Terence probeerde het om de verkeerde redenen goed te maken met een exvriendin. Het was niet dat ze klikten of bij elkaar pasten, maar omdat Terence had besloten dat hij liefde wilde en dit leek de beste manier om het te vinden. Zoals Terence concludeert: je hebt zelfkennis nodig om een droom werkelijkheid te maken. Je hebt ook nederigheid nodig: de nederigheid om het aan het universum te laten HOE je droom uit gaat komen. Het is niet waarschijnlijk dat je dat zelf weet.

Te enthousiast Boeddhist worden

Deze is voor mij, als kersverse Boeddhist, heel herkenbaar. Ik zal Terence’ precieze problemen hier niet citeren. We houden het er op dat hij vrij diep in de zonde gevallen was en zijn leven in een klap heeft proberen te beteren. Dat deed natuurlijk pijn. Er zijn redenen dat langzame veranderingen vaak beter werken.

Ik heb al eerder geschreven over het belang van balans in spiritualiteit. Aangezien het Boeddhisme uit Azië geïmporteerd wordt, is het nog een stapje moeilijker om het gebalanceerd toe te passen. Aan de ene kant kan de cultuurschok gezonde verandering in gang zetten, maar aan de andere kant kan het ongezond zijn je aan te passen aan een vreemde cultuur.

Het is niet voor niets dat de Dalai Lama niemand probeert te bekeren. Het is niet voor niets dat hij ze zegt vooral Christen te blijven – hoe onmogelijk dat ook is, voor mensen zoals ik. De nederigheid van de Dalai Lama is niet de enige reden. De voornaamste reden is dat het een ding is om wat Boeddhistische beoefeningen over te nemen, zoals meditatie. Het is heel wat anders om de hele cultuur te integreren. En ja, ik zit in die tweede doos met een leraar die zowel traditioneel is als vol mededogen. Het is vaak verwarrend.

Verkeerde ideeën over het helpen van mensen

Iedereen die met spiritualiteit bezig gaat wil mensen helpen. Dat is fantastisch. Maar… wie zegt dat je er aan toe bent om wie dan ook te helpen? Jammer genoeg is de poging zelf de enige manier om er achter te komen dat je er nog niet aan toe bent. Terence maakte de veel voorkomende beginnersfout zijn mening op te willen dringen, of mensen het nu wilden horen of niet. En ja, ook dat is heel herkenbaar.

Een vriendin van mij zei recent dat het alles of niets is: als je eenmaal besluit Bodhisattva te worden, moet je mensen dag en nacht helpen, of de vraag nu redelijk is of niet. Gelukkig is echte wijsheid niet onredelijk of onrealistisch. Natuurlijk kun je, ook als beginnende bodhisattva, niet meer dan je kunt. Je moet je wijsheid vanaf het begin gebruiken anders loopt de zaak nogal snel uit de hand. Als iemand iets onredelijks vraagt, heb je het recht om te kijken of je denkt dat je die persoon echt helpt door ze te geven wat ze vragen. Je mag ook rekening houden met je eigen vermogen om datgene te geven wat ze vragen.

Maar goed, ik weet wel hoe ze erbij kwam: onze leraar kwam met het voorbeeld van bedelaars in India.  Bedelaars in India zijn erger dan je je voor zou kunnen stellen. Toen ik ongeveer 15 jaar geleden naar India ging gaf ik mezelf een bedelaars-budget. Ik had vrijgevigheid ingepland. Uiteindelijk heb ik geen bedelaar wat gegeven. Geen EEN! De hele situatie maakte me misselijk. Ik ben er niet trots op, maar het punt is wel dat je je niet kunt voorstellen hoe het is, tot je het ervaart. Ik zal de situatie proberen te schetsen:

Op een dag gingen we met een groep naar een toeristenattractie buiten de stad. Onze Indiase gids had ons er op voorbereid dat zigeuners (hij noemde ze gypsies) ons schoenen zouden proberen te verkopen die er prima uitzagen, maar van papier gemaakt waren en dus bij het eerste gebruik uit elkaar zouden vallen. Zodra iemand van ons ze geld zou geven, zouden ze om ons heen gaan zwermen en niet meer te stoppen zijn. Een van de mensen in de groep gaf toch geld en ja hoor: ze zwermden om haar heen. Geen respect voor persoonlijke ruimte. Klein, vies en aandringend voor meer zodra ze ook maar iets gekregen hadden.

Geshela zei: probeer in die omstandigheden maar eens vrijgevig te zijn en je geduld niet te verliezen. Als dat je lukt, dan ben je echt goed bezig. Tja, ik heb dus jammerlijk gefaald.

Ik heb wel wat van dat geld gedoneerd, maar dan aan de werkers op het Theosofische Landgoed te Adyar. Sommige van die werkers waren arm genoeg om batterijen te stelen. Ik heb ook fooien gegeven naar Indiase maatstaven, maar dat was het dan ook wel.

Dat diskwalificeerde me vermoedelijk voor de titel bohhisattva in dit leven. Tenslotte is een bodhisattva blij met elke mogelijkheid om te geven. Lees het eerste deel van de biografie van Jiddu Krishnamurti door Mary Lutyens als je wilt weten wat ik bedoel.

Wat ik wel leerde was dat ik meer geloof in het helpen van mensen via instellingen dan door willekeurige mensen geld te geven als ze er om vragen. Ik denk dat dit voor de meesten van ons ook de beste training is: wijsheid en vrijgevigheid combineren is verstandiger dan te veel willen.

Hoe zit het met die gouden draad? Voor mij gaat het om liefdevolle aandacht in combinatie met wijsheid en gezond verstand. Wees realistisch, denk zelf na en heb respect voor anderen. Blijf trouw aan je eigen visie en je eigen gevoelens zonder je aan mensen op te dringen. Sta open voor andere perspectieven. Blijven proberen, accepterend dat je fouten zult maken. Probeer dan opnieuw. Die balans te vinden is moeilijk, maar maakt het ook interessant.

6 gedachten aan “Ariadne’s Gouden Draad – hoe niet in spiritualiteit te verdwalen”

  1. Mededogen vanuit het boeddhisme gezien kan je niet beoefenen door ergens een bedelaar een aalmoes toe te werpen. Het gaat dieper dan dat. Mededogen kan je alleen maar z i j n wanneer het ego verdwenen is. Ondertussen kan je natuurlijk wel blijven doneren. Die mensen moeten er ook zijn, zie maar naar de Wilde Ganzen.nl

    1. Het gaat in het Boeddhisme niet alleen om het praktische geven, daar heb je gelijk in. Maar om het om te draaien en te zeggen dat je vrijgevigheid niet kunt beoefenen door een aalmoes te geven gaat me ook te ver.

      Vrijgevigheid is een van de 6 perfecties in het Mahayana Boeddhisme en staat dus centraal. De perfectie van vrijgevigheid gaat vooral om de WENS te geven, maar die wens betekent natuurlijk alleen maar wat als je ook geeft als dat kan.

      Traditioneel is het zelfs zo dat vrijgevigheid (met geduld en juist handelen) een van de drie perfecties is die juist door leken, dwz mensen zoals de meesten van ons, beoefend werden.

  2. Voor zover ik het begrijp, kunnen we slechts onze weg vinden door het steeds maken van fouten. Het is onmogelijk om vanaf het begin op het juiste pad terecht te komen. Lijden is het vuur dat ons aan de schenen ligt en uiteindelijk op de kronkelige weg brengt die we zelf moeten vinden. Dat gaat met vallen en opstaan, het is een harde les. Religies spiegelen ons voor dat we ethisch zouden moeten leven, zij bieden dat als eerste hulpmiddel aan om als het ware de rijpheid die het lijden biedt een extra handje te helpen. Maar dat betekent eigenlijk dat het lijden nog erger wordt, zich verdiept, met als gevolg dat sommigen wegrennen, anderen verstarren en weer anderen volharden. Het ligt er dan maar net aan of men moed blijft houden om door te zetten.

    Het gevaar van een te groot enthousiasme in spiritualiteit is denk ik dat dan de neiging bestaat dat het kleine ik, het ego, welhaast ongemerkt de zaak overneemt, zoals dat over het algemeen steeds het geval is. Mensen proberen zich voortvarend religie eigen te maken, en stampen hun hoofd vol met kennis over spiritualiteit, maar het gaat er naar mijn mening om te handelen, in de praktijk te struikelen, in eerlijkheid te zien waar men zelf de plank misslaat. Dat is een harde les, omdat alles waarvan men dacht dat het waardevol was in de eigen persoon, eigenlijk helemaal niet zoveel waarde heeft, integendeel. We redeneren vanuit ons “ik”, en hoe hard we ook werken om dat te relativeren of er zelfs vanaf te komen, des te sterker zitten we er aan vast. Het is niet mogelijk, en zelfs niet wenselijk, om een soort strijd te voeren tegen de neigingen van het ego. Dit komt omdat het eenmaal een universele wet is, dat waar u tegen vecht of waar u vóór vecht, u dit “specifieke energie” geeft, of dat nu negatieve of positieve motivatie is. Het gaat er niet om het “ik” de das om te doen, het gaat er om dat men het ik begrijpt, doorziet en het ego vol liefde te omarmen en het de juiste plaats te geven, namelijk die van de dienaar.

    1. Natuurlijk maken we steeds fouten. Dat hoort er bij. Maar als het leven is als een doolhof, is de vraag: hoe voorkom je de grootste fouten? Hoe zorg je dat je niet eindeloos in kringetjes loopt? Wat bepaalt je richting in het leven?

      Een antwoord daarop zou kunnen zijn, zoals ik op mijn 20ste dacht, het volgen van zuivere liefde. Een concreter (maar nog steeds lastig) antwoord is het op zijn minst zo min mogelijk schaden van mensen.

  3. (vervolg)

    Zonder respect voor het eigen ego, hoe fout dat “ik” ook lijkt, zal er altijd innerlijk verzet bestaan, ongeacht of u dat in een stoffig hoekje probeert te verbergen of niet. Zelfs sommige ‘volmaakte leraren’ zijn berucht om hun autoritaire attitude, woedeaanvallen en onverschilligheid. Blijkbaar blijft de persona van ‘Verlichten’ grotendeels intact. En worden ze mede gevormd door de persoonlijke levensgeschiedenis en genetische aanleg. Men zou hiertegen kunnen inbrengen dat iemand die psychische kenmerken vertoont die over het algemeen ongewenst zijn, niet als ‘Verlicht’ zou kunnen worden gekwalificeerd. Het is ook de vraag of anderen helpen steeds het devies is van Verlichten, al staan de heilige geschriften vol legendarische verhalen over hun mededogen en dat ze ons voorleven anderen steeds van dienst te zijn. Hier rijst de vraag: is het mogelijk om de ander te helpen zonder eerst uzelf te helpen? Hoeveel hulpverleners ontvluchten het werk aan zichzelf door zich met verve te storten op het verlenen van hulp aan anderen? Aan de andere kant staat het religieuze gezegde: “Door te onderwijzen, zult u zelf leren”. Misschien is het belangrijk om hier een balans in te vinden. Zelf help ik liever mensen in mijn directe omgeving in plaats van naar een andere cultuur te reizen om hulp te gaan bieden. Er is in Nederland voldoende menselijk lijden om hulp te kunnen geven.

    U zegt het zelf al: fouten zullen we blijven maken. Dat betekent in de wereld blijven staan. Ik heb vaak de indruk dat mensen die spiritualiteit beoefenen er vaak een soort persoonlijke trip van maken, om hun eigen “Verlichting” na te streven. Verdrietig genoeg kan dit zelfs leiden tot ernstige verslavingen, op welke terrein dan ook. Dit klinkt wellicht vreemd, maar idealen, en dus ook spirituele idealen, kunnen ongewenst leiden tot het betreden van een pad wat men eigenlijk helemaal niet wil. Balans en zelfacceptatie zijn niet gemakkelijk op te brengen. En toch is dat nodig.

    Basho 🙂

Reacties zijn gesloten.